facebook
Spreek ook de achterban van Wilders en Baudet aan

Spreek ook de achterban van Wilders en Baudet aan

Met de regelmaat van het getij hebben we in Nederland te maken met uitlatingen van extreemrechtse politici en opiniemakers die tot grote ophef leiden. Maar vaak is die ophef maar tijdelijk en na een aanvankelijk verlies van een paar zeteltjes is iedereen kort daarna vergeten wat ook alweer het probleem was en staan partijen als Forum voor Democratie en de PVV daarna weer schrikbarend hoog in de peilingen. Hoe doorbreken we dat patroon?

Het getij van ophef en vergeten in de afgelopen jaren doet sterk denken aan de film Groundhog Day uit 1993 waarin Bill Murray elke keer opnieuw dezelfde dag beleeft. Mij beklemt elke keer als er gedoe is over extremistische uitlatingen het gevoel dat ik het al eerder mee heb gemaakt. Het begint met verontwaardiging op twitter, dan een paar boze stukjes in de krant, tegelijkertijd met de achterban die de ernst van de uitlating bagatelliseert en niet veel later lijkt het net alsof er niets gebeurd is.

Het laatste voorbeeld is de racistische leugen van Thierry Baudet die in een tweet stelde dat twee dierbare vriendinnen van hem door vier Marokkanen zouden zijn lastig gevallen in de trein. Dit verhaal werd kort daarna ontkracht door de NS. Het bleek om een controle te gaan en het waren juist de dierbare vriendinnen die aanvankelijk niet meewerkten bij de controle. Baudet probeerde zijn tweet later wel te verklaren maar bood nooit een excuus aan en gebruikte zijn verklaring zelfs om nog een keer over een ‘Marokkanenprobleem’ te beginnen.

Een ander recent voorbeeld is de beruchte tweet van PVV-senator Marjolein Faber van afgelopen najaar waarin zij beweerde dat de dader van een steekpartij in Groningen een Noord-Afrikaans uiterlijk had en dat wij dat van de media niet mochten weten. In dit geval werd dit verhaal kort daarna ontkracht door het Openbaar Ministerie. In dit geval heeft Faber hier nooit anders op willen reageren dan met de inmiddels gevleugelde woorden ‘Mijn tweet klopt.’.

Dit zijn geen uitzonderingen. Dit zijn slechts twee recente voorbeelden. Van zowel Faber als Baudet hebben we de afgelopen jaren tientallen van dit soort berichten (soms in de vorm van retweets) gezien evenals van vele ander prominente en minder prominente politici van de PVV en Forum voor Democratie. Het is dan ook onzin om te spreken van foutjes of nepnieuws. We hebben hier te maken met kwaadaardige leugens met voorbedachte rade en als doel vooroordelen te versterken en het publieke debat te ontwrichten.

Wie het nieuws een beetje volgt zal zich makkelijk herkennen in de bovenstaande stelling. En ik durf zelfs te beweren dat een groot deel van het electoraat van FvD en PVV vaak ook doorheeft dat zulke uitlatingen niet kloppen. Maar aangezien de ophef elke keer weer overwaait en het nooit ernstige gevolgen heeft hebben we niet zo veel aan die kennis.

De rol van de pers

Wat moet er dan gebeuren zodat extreemrechtse politici wél worden afgerekend op dit soort vormen van haatzaaien? Laten we allereerst de rol van de pers eens tegen het licht houden. Op de een of andere manier heeft de Nederlandse pers er vaak moeite mee rechtsradicale politici stevig aan te pakken. Als Wilders en Baudet (en anderen) in praatprogramma’s verschijnen krijgen ze te vaak alle ruimte hun verhaal te houden zonder weerwoord of kritische vragen (voor de journalisten onder u; ik maakte een paar jaar geleden al dit opzetje. Gratis te gebruiken, zelf aanvullen). En ook in de geschreven pers worden het racisme en de fascistoïde opvattingen over bijvoorbeeld rechtspraak en onderwijs zelden benoemd. De meeste logische verklaring die ik hiervoor heb is dat er bijna twintig jaar na dato nog steeds sprake is van een trauma door de moord op Fortuyn en men bang is van demoniseren beticht te worden.

Duitse en Britse media hadden er in hun berichtgeving over de ’treintweet’ van Baudet geen moeite mee de auteur feitelijk extreemrechts te noemen. Wat dat betreft lijken zij een beter zicht te hebben op ons politieke landschap dan de vaderlandse pers. Naar aanleiding van die tweet verschenen er in elk geval twee stukken die wel man een paard noemen. In de Volkskrant verscheen een analyse over het twittergedrag van Thierry van Frank Hendricxk en in Trouw maakte Stevo Akkerman een mooi overzicht van de racistische uitlatingen van Baudet. Al in 2017 verscheen op De Correspondent dit uitgebreide en zeer leesbare artikel over de extreemrechtse banden van de frontman van Forum voor Democratie.

Het kán dus wel. Laten we hopen dat steeds meer journalisten hun verantwoordelijkheid nemen. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat een kritische pers kan helpen bij het openen van de ogen van een deel van de achterban van Forum en PVV verwacht ik er ook geen wonderen van. De opkomst van nationalisme en rechtsextremisme is een internationaal probleem dat net zo goed voorkomt in landen waar de pers duidelijker stelling neemt. En er is nog een probleem: Veel mensen wíllen helemaal geen kennis nemen van opinies die hen niet welgevallig zijn. In NRC refereerde Tom-Jan Meeus aan een onderzoek van de Canadese psycholoog Jeremy Frimer, dat in het kort hierop neerkwam: in een onderzoeksgroep gelijk verdeeld tussen conservatieven en progressieven werd de proefpersonen aangeboden dat zij tien dollar zouden krijgen als ze acht opvattingen van andersdenkenden wilden aanhoren. Wilden ze alleen opvattingen horen die hun mening bevestigden kregen ze zeven dollar. Tweederde van de deelnemers koos voor minder geld om onwelgevallige meningen te ontwijken. Zie die mensen maar eens te bereiken als journalist. Ik ben mij ervan bewust dat ik ook met mijn stukjes hier grotendeels voor eigen parochie preek. Ik zie regelmatig aan reacties van lezers die het niet met me eens zijn dat ze niet eens voorbij de inleiding zijn gekomen.

De rol van de politiek

Het is natuurlijk ook, en misschien wel vooral, aan politici om een antwoord te bieden op populisme en extremisme. Afgezien van incidenten gebeurt dat veel te weinig. Misschien speelt ook hier ‘de vloek van Fortuyn‘ een rol. Wat zeker een rol speelt is dat in het gefragmentariseerde politieke landschap veel partijen in dezelfde vijver vissen en een aantal partijen niet goed in staat is de agenda van het debat te bepalen met hun eigen standpunten. Daardoor zie je dat er veel tijd en aandacht verloren gaat aan het reageren op de uitingen van PVV en FvD. Met het oog op de komende verkiezingen zullen veel politici moeten leren zelf aandacht te trekken en niet alleen door reactief te zijn.

Het CDA en de VVD passen nu al jaren hetzelfde trucje toe in aanloop naar de verkiezingen: Ze nemen de speerpunten van extreemrechts over en proberen ze te overschreeuwen met gelijksoortige retoriek. Dat is vaak behoorlijk succesvol gebleken. Maar de vraag is hoe lang het nog duurt voordat de meest rechtse kiezers daar niet meer intrappen en gematigde kiezers het zo zat zijn dat het leidt tot een definitieve implosie van deze partijen. Het is hard nodig dat CDA en VVD voor zichzelf en voor hun electoraat opnieuw formuleren waar ze nu écht voor staan. Niet alleen omdat dat moreel het juiste is, niet alleen omdat ze anders misschien wel overbodig worden, maar ook omdat het in het algemeen belang is dat de rechterhoek van het doel ook verdedigd wordt. Dat kan alleen door inhoudelijke argumenten goed aan de man te brengen en te stoppen met het kopiëren van populistische praatjes.

Ook een groot deel van de progressieve(re) partijen moet leren de eigen boodschap beter te verkopen. Met de toenemende tweedeling, problemen in de zorg en de klimaatcrisis zijn er genoeg onderwerpen te vinden met een urgente boodschap. En niet alleen de leugens van extreemrechts op die onderwerpen blootleggen maar tegelijkertijd de kansen duidelijk agenderen.

Extreemrechts is er extreem goed in actuele problemen (en die zullen er altijd zijn) te claimen en ‘de gevestigde orde’ verdacht te maken. Dat het verdomd lastig is om hier een goed antwoord op te formuleren komt mede omdat er sprake is van a-symmetrische oorlogsvoering. Waar populistische protestpartijen zich kunnen bedienen van leugens en hyperbolen is dat voor verantwoordelijke partijen geen optie. Er is altijd al een deel van het electoraat geweest dat een hartgrondige afkeer heeft van ‘Den Haag’. Dat dat deels komt door een gebrek aan het besef dat besturen mensenwerk is en er altijd fouten gemaakt worden doet niet ter zake. Protestpartijen bieden voor dat publiek de suggestie dat ze de stal van het partijkartel grondig zullen uitmesten. En daarom vormt die groep voor Forum en de PVV een vruchtbare basis. Voor traditionele partijen is het bijna onmogelijke díe kiezer, die stemt met zijn middelvinger te bereiken.

Dan moeten we het zelf maar doen

Toch ben ik er persoonlijk sterk van overtuigd dat niet alle kiezers van extreemrechts zelf ook overtuigde racisten en fascisten zijn. Er zal zelfs een aanzienlijk deel zijn dat aanstoot neemt aan de racistische uitlatingen van de politici waar ze op stemmen. De vraag is hoe je die kiezers in beweging krijgt. En sommigen van hen spreken zich inmiddels al zo lang prijzend uit over Wilders en Baudet dat er voor hen een drempel is om afstand van ze te nemen. Het doet bijna denken aan het Stockholmsyndroom. Mijn constatering dat de mogelijkheden om deze mensen via de media of de politiek in beweging te krijgen beperkt zijn is niet alleen ongemakkelijk, maar ook niet erg vernieuwend. Ik denk dat bijna iedereen dat wel aanvoelt. Is dat reden om te accepteren dat populisten, nationalisten en rechtsextremisten een toenemende rol krijgen in de Nederlandse politiek? Volgens mij niet. We zijn er zelf ook nog bij.

Hoopgevend vind ik het succes van de ‘Sardientjes’ in Italië. Die wisten daar in januari een verwachte ruime overwinning van Salvini en zijn rechts-populistische Lega af te wenden. De sociaal-democraten wonnen met een ruime voorsprong. Dat succes wordt grotendeels op het conto van de Sardientjes geschreven. De Sardientjes waren een spontane protestbeweging die overal in Italië op pleinen verscheen in massale flashmobs (als sardientjes in een blikje) om hun afkeur van populisme en haatzaaien tegen migranten te uiten. Niet partijgebonden, maar wel aanwezig om hun stem luid en duidelijk zingend te laten horen met hun strijdlied Bella Ciao. Een populair strijdlied van de partizanen tegen de fascisten. Het redelijke midden liet zich horen. Ze deden niet aan politiek maar spraken zich uit. En het werkte.

Nederland is geen Italië. Maar ook in Nederland zijn de redelijke kiezers nog steeds ruim in de meerderheid. Ik ken mensen die actief zijn van SP tot en met de VVD die zich laten horen tegen de opkomst van fascisme, racisme en nationalisme. Nou zie ik ons niet meteen allemaal zingend op pleinen staan tegen het fascisme, maar er zijn meer manieren om je te laten horen. Die kiezers die misschien geen stukjes willen lezen die tegen hun wereldbeeld indruisen kennen we namelijk gewoon. Het is je aangetrouwde oom die racistische moppen verteld, het is de Thierry-fanboy op je werk en het is de verstokte PVV-stemmer in de voetbalkantine. Ga eerst eens gewoon met ze in gesprek.

‘Niet over politiek beginnen want we moeten het gezellig houden’ is in Nederland het devies. Het is hoogste tijd om dat te laten varen. Want het gaat niet meer om een verschil van inzicht over de hypotheekrenteaftrek, het gaat over de vraag of we in Nederland een vrije, inclusieve en tolerante toekomst willen. En dat is genoeg reden om over de angst voor ongemakkelijke gesprekken heen te stappen. Daarbij lijkt het me handig om de ander niet meteen een nazi of fascist te noemen (dat betekent niet dat je dat sowieso niet mag zeggen), maar zoek raakvlakken en wederzijds begrip. Het vuige treintweetje van Baudet is een prima aanleiding om aan zo’n gesprek te beginnen (en maak je geen zorgen, er komen altijd weer nieuwe aanleidingen). Je kunt in dit geval gewoon constateren dat het daarbij om een racistische leugen gaat. Maar beperk je niet tot dat statement.

Goede kans dat je in dat geval een argument krijgt in de trant van ‘Ja maar, het had waar kunnen zijn’. Ten eerste is dat natuurlijk nooit een argument, ten tweede kun je beargumenteren dat Nederlanders met een migratie-achtergrond misschien nog steeds oververtegenwoordigd zijn in de misdaadcijfers, maar dat statistiek zo niet werkt (hier: een voorzetje). Je kunt het ook over de succesvolle emancipatie van migranten hebben. Of over het feit dat islamisering een mythe is. Eigenlijk zijn de ‘problemen’ die Baudet en Wilders zo graag ‘benoemen’ alleen maar afgenomen. De steeds succesvollere integratie is nog bijzonderder als je bedenkt dat we al twintig jaar alleen maar over de agendapunten van uiterst rechts praten en mensen nog steeds in hokjes geplaatst worden. Als migrant vind je moeilijker een baan dan dan als Nederlander met een strafblad. Waarom benoemen Thierry en Geert dat nooit?

Dat zullen niet altijd makkelijke of succesvolle gesprekken zijn. Maar als we met z’n allen die gesprekken niet uit de weg gaan ben ik er van overtuigd dat er winst te behalen is. Voor diegenen die blijven beweren dat ze ongehoord zijn: Let toch eens op de kromme argumenten van Wilders, Baudet en hun zielsverwanten bepalen al járen de agenda. Misschien vind je het wel lekker om te denken dat je niet gehoord wordt?

Voor diegenen die niet in gesprek willen en de feiten verdacht blijven maken: Daar heb ik ook geen antwoord meer op. Als je willens en wetens weigert de feiten te accepteren en anderen het licht in de ogen niet gunt? Maar beweer dan nooit meer dat je geen racist bent. Dan heb je een bewuste keuze gemaakt door op racisten te stemmen. Je kon het namelijk weten. Kiezen is een groot recht, en ook een recht met grote verantwoordelijkheden. Denk na over de consequenties als je stemt met je middelvinger. Als je die verantwoordelijkheid niet aankunt, stem dan niet of stem blanco.

De Tweede Kamerverkiezingen zijn naar verwachting op 17 maart 2021. We hebben nog ruim een jaar om de kracht van het ruime redelijke midden te laten zien. Hoe moeilijk kan het zijn om met mensen in gesprek te gaan? Wat voor de pers en de politiek misschien lastig is kunnen we wel van mens tot mens. Laten we heel erg ons best doen om te zorgen dat het op 18 maart 2021 niet wéér Groundhog Day is.

Wouter Louwerens

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

P.S. Als er toch nog mensen Nederlandse Sardientjes willen worden als de verkiezingen eraan komen; geef dan even een seintje. Natúúrlijk kom ik met ze allen Iedereen is van de Wereld zingen op een plein in de buurt.

 

 

 

 

 

 

Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

UA-73562138-1